Foodies praten graag over eten. Het maakt niet uit of je een Nederlandse, Engelse, Zweedse of Duitse foodie bent. Waarschijnlijk ben je als foodie zo ongeveer 24 uur per dag met eten bezig. Want er moeten weer nieuwe recepten bedacht worden! Bijvoorbeeld deze voor een lekkere koolhydraatarme artisjokkensoep.
In de Nederlandse taal bestaan legio uitdrukkingen die iets met eten te maken hebben. “Geef mijn portie maar aan Fikkie” is de eerste die bij mij opkomt. “Niet om de hete brij heen draaien” is er ook eentje.
Ook de Duitse taal kent uitspraken die alles met eten te maken hebben. Redewendungen heten dat. Hier volgen er een paar.
Duitse uitdrukkingen met eten
Seinen Senf dazu geben (Mosterd erbij doen)
Waar Abraham in Nederland de mosterd haalt, weet niemand, tenzij je ouder dan 50 bent. In Duitsland wordt de mosterd figuurlijk als een ongevraagde ongezouten mening in een gesprek gegeven.
Schnitzelfriedhof (Schnitzelkerkhof)
Patric Heizmann (schrijver van koolhydraatarme boeken, fitnesscoach en TV-persoonlijkheid) noemt een te dikke fout-eten-buik zo.
Innere Schweinehund (innerlijke zwijnenhond)
Dat is het welbekende stemmetje in je achterhoofd dat je zegt dat je die moorkop best kan eten, ook al weet je dat dat niet zo is … en dat je niet naar de sportschool hoeft want je hebt al zó veel andere dingen gedaan vandaag. Je zwijnenhond weet duizend excuses te bedenken voor de dingen waar jij geen zelfdiscipline voor hebt. De Schweinehund heeft trouwens echt bestaan: zo werd de hond genoemd die varkenshoeders hielp de kudde bij elkaar te houden.
Den Löffel abgeben (De lepel inleveren)
Sterven. In de Middeleeuwen werd er veel pap en brei met een lepel gegeten. Als iemand stierf, werd zijn/haar lepel geërfd door een familielid.
Ein Glückspilz sein (Een gelukspaddestoel zijn)
In Nederland ben je een geluksvogel als je mazzel hebt, in Duitsland een gelukschampignonnetje.
Saftladen (Sappenbar)
Letterlijk is een Saftladen zo’n hippe bar waar je allerlei vruchtensapjes kunt nuttigen. Maar als een Duitser iets een Saftladen noemt, dan heeft hij het over een uiterst onprofessioneel bedrijf.
Seine eigene Suppe kochen (Zijn eigen soepjes koken).
Alles in zijn eentje doen / regelen en geen hulp willen vragen.
Zowaar uit een potje
Nu we het toch over soep koken hebben … hier volgt het recept voor een smakelijke koolhydraatarme soep, met als hoofdingrediënt artisjokken. Dit is één van de zeldzame keren dat er zowaar iets uit een potje komt. Lang geleden heb ik eens verse artisjokken bereid, maar dat was eerlijk gezegd geen onverdeeld succes. Daarnaast zijn ze vers vaak moeilijk te krijgen. Hoe dan ook, artisjokken zijn gewoon erg lekker, en daarom heb ik ze gebruikt voor deze smakelijke koolhydraatarme artisjokkensoep.
Tip: deze artisjokkensoep is ook geschikt voor mijn vegan vriend(inn)en!
Koolhydraatarme artisjokkensoep
Dit heb je nodig
- 1 kleine ui gesnipperd
- 1 knoflookteentje fijngehakt
- kokosolie om te bakken
- 300 gr bloemkool in roosjes
- 750 ml groentebouillon
- 1 potje artisjokharten
- versgemalen zout en peper
- 1/4 - 1/2 tl chilipoeder
- 1 tl tijm
- 1 handje rucola
- 2 kerstomaatjes
Zo maak je het
- Verhit een beetje kokosolie in een pan en bak daar de ui en knoflook in tot de ui glazig ziet.
- Voeg de bloemkoolroosjes en de bouillon toe en breng het geheel aan de kook. Kook de bloemkool in 8 minuten gaar. Niet afgieten!
- Spoel de artisjokharten onder stromend water af en laat ze goed uitlekken. Voeg ze toe aan de bloemkool, maar houd één artisjokhart achter voor garnering.
- Pureer de soep met een staafmixer, en breng pittig op smaak met zout, peper, chilipoeder en tijm.
- Garneer de artisjokkensoep met een paar rucolablaadjes, de gehalveerde achtergehouden artisjok en een gehalveerd kerstomaatje.
Smaken verschillen … stem hier op dit recept:
leuke website en fb, heel erg bedankt
Lief, dank je wel!